Inbuizen van een baangracht (overwelving)

STEDENBOUWKUNDIGE VERORDENING INZAKE OVERWELVEN OF INBUIZEN VAN BAANGRACHTEN

Klik hier om het besluit van de GR van 18 november 2004 en de wijziging van de GR van 28 juni 2006 te raadplegen.

De gemeenteraad van 28 juni 2006 heeft het bestaand gemeentelijk reglement betreffende het overwelven van baangrachten gewijzigd waardoor de overwelving in principe beperkt wordt tot 5 meter.

Baangrachten hebben verschillende functies zoals het afvoeren van regenwater, het infiltreren van regenwater en het bufferen van regenwater. Daarom is het belangrijk dat baangrachten niet worden gedempt en dat het overwelven gebeurt volgens bepaalde regels.

Het overwelven of inbuizen van baangrachten kan enkel wanneer hiervoor een stedenbouwkundige vergunning (de vroegere bouwvergunning) bekomen werd. Het is daarom belangrijk om bij een bouwaanvraag de eventueel geplande overwelving aan te duiden op de ingediende plannen.

Hierbij gelden o.m. volgende richtlijnen:

- de overwelving of inbuizing heeft een maximale breedte van 5 meter

- het overwelvingselement heeft een minimale diameter van 40 cm.

Wanneer de plaatselijke omstandigheden dit vereisen kan hiervan afgeweken worden door het college.

De vergunninghouder is altijd verantwoordelijk voor de goede staat en werking van de overwelving. Hij is dus verplicht de overwelving te ruimen en vrij te houden zodat een goede afwatering verzekerd is.

De vergunning is ten voorlopige titel. Om redenen van openbaar nut of hinder veroorzaakt door de overwelving kan het college steeds eisen dat de oorspronkelijke staat hersteld wordt of dat er wijzigingen worden aangebracht om de hinder op te heffen.

In het reglement wordt verder bepaald dat de afvoer van afvalwater en de afvoer van regenwater niet mogen aangesloten worden op de overwelving. De lozingspunten moeten dus zichtbaar blijven.

Baangrachten mogen niet gedempt worden, ook niet gedeeltelijk. Ze mogen niet afgewerkt worden met materialen die de infiltratie van water in de bodem kunnen tegenwerken (voorbeelden niet toegelaten: metselwerk, betonplaten etc.)

Voor meer informatie over het overwelven van baangrachten kan je terecht bij de dienst grondgebiedszaken (03 660 25 50) en de dienst wegen (03 660 17 20). Voor de technische uitvoering neem je best contact op met de dienst wegen.
 

Omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen (reliëfwijziging, met gedeeltelijk dempen van een gracht): https://omgevingsloketvlaanderen.be/mijn-project